Slowakije, zomer 2000
De eerste etappe eindigt na een regenachtige dag in Dechsendorf, camping Schwangau, na 722 km. De volgende dag zitten we snel op de autobahn en rijden dan naar Wenen. Hier treffen we al de eerste reisgenoten van de ANWB-reis. Hoewel het deze dag goed weer is, is het de volgende dagen behoorlijk slecht met veel regen en onweer. In Wenen bekijken we het beroemde Hundertwasserhuis. Het is net of de architect met bouwmaterialen en kleuren als een kind aan het spelen is geweest en het resultaat is prachtig. We lopen langs de grote Stephansdom, maar die valt binnenin wat tegen. De Heldenplatz en de Hofburg is het volgende doel. Hier is de residentie van de president en de bondskanselier van Oostenrijk. We bekijken de zalen van Frans Jozef en keizerin Elisabeth (Sissi). Erg veel mooi porselein hebben ze daar. De Peterkirche is een bezoek waard door het prachtige interieur. We lopen langs de Pestzuil, opgericht omdat enkele honderden jaren geleden 15.000 mensen stierven aan deze ziekte.De volgende dag bekijken we slot Schönbrunn. Een groot paleis met een enorm park erom heen, met aan de andere kant een soort orangerie. In het slot maken we een toer door 25 kamers, die laten zien hoe het hofleven was in de tijd van de keizers. Best de moeite waard. Ook krijg je hier een beeld van de verbanden tussen de koningshuizen in Europa. Zo had Oostenrijk banden met Nederland, Frankrijk, Hongarije, Italië en Duitsland. Terug op de camping krijgen we van de reisleider instructies voor de volgende dag.
31 juli
De eersten zijn al vroeg weg. Wij doen rustig aan en vertrekken om 10.30 u. De technische begeleider rijdt achter ons aan. Het weer wordt ondertussen steeds beter. Bij de grensovergang Berg kopen we 10.000 kronen (ca. 400 gulden) Ook moeten we een autobahnvignet aanschaffen. Daarna de grens over. Een niet al te vriendelijke douanier bast of ik iets heb aan te geven. Dat hebben we niet en we mogen doorrijden. Vroeger duurde zoiets echt urenlang. En de caravan werd helemaal doorzocht, terwijl ze van alles meenamen, ze stalen als ratten. En als je er iets van zei, lieten ze je gewoon staan.Van de reisleiding hebben we ’tips voor trips’ meegekregen, zodat we onderweg nog iets kunnen doen of bekijken. Zo moet Leopoldov een mooi vestingstadje zijn. We kunnen het echter niet vinden, maar later horen we dat je er toch niet in mocht omdat het een gevangenis is. Aan zo’n tip heb je dus niets. De camping in Piestany is groot, met veel ruimte, betonwegen tussendoor en – voor dit land – prima sanitair. In de communistische tijd was dit ongetwijfeld een topcamping. Nu is ie wat in verval; het gras wordt ook niet gemaaid. Naast de camping is de rivier Vah, waar veel watersporten worden beoefend. We staan in een grote cirkel en omdat het zulk mooi weer is besluiten we met een Slowaaks wijntje in de ’happy hour’
We gaan nog
een keer naar het thermaalbad en bekijken Piestany en passant. Terug op de camping is het half elf en
is iedereen vertrokken. Alleen de technische man is er nog, wachtend op ons.
Hij verwijt ons dat we te laat zijn, maar er was ons toch echt gezegd dat we
mochten vertrekken wanneer we dat zelf wilden. Maar ja, als verder iedereen
allang weg is en je moet wachten op de laatste gast is dat ook niet leuk. We
hebben het ’s avonds maar even uitgepraat.Onderweg
stoppen we in Trencin. Hier is een groot kasteel,
gemaakt in de vorm van een soft-ice: in cirkels om
een berg heen naar de top toe. Een hele klim, maar eenmaal boven heb je een
adembenemend uitzicht over de omgeving. Er zijn wat exposities in het kasteel
en ineens hangt er een schilderij van de slag bij Texel uit de derde oorlog met
Engeland voor onze neus. Terug op de parkeerplaats wil de auto niet meer
starten. Logisch, de koelkast heeft de accu leeggetrokken.
We ontkoppelen de caravan alsnog en zowaar, na een drankje in een restaurantje
start de auto wel. Om 6 uur komen
we aan op de camping in Zvolen.